Diverse lezingen
*Lezing: De Romeinen in Voorburg
inhoud volgt
*Lezing: De Herenstraat en de Kerkstraat van Voorburg
De Herenstraat en de Kerkstraat behoren tot de oudste straten van Voorburg. De oude Heerweg, later Herenstraat genoemd, begon eeuwen geleden als een voetpad dat dwars door de moerassen liep over de duinrug die zo’n 3700 jaar voor Christus was ontstaan.
Aan dit veilige zandpad heeft Voorburg zijn naam te danken evenals Voorschoten en Fore (Veur) die op diezelfde duinrug waren gelegen. Op een hoog punt van deze duinrug werd een kapel gebouwd waaruit later de Oude Kerk van Voorburg ontstond. Vanaf dit punt liep een dwarspad naar de Kerkbrug, waarover arbeiders naar de moerassen van Tedingerbroek liepen om daar waardevolle turf te steken. Dit pad werd de Kerklaan en later de Kerstraat. Zo’n 100 jaar voor Christus vestigden de Cananefaten zich in dit gebied met landbouw en veeteelt en bouwden hun woningen van hout en leem, ook bij de Heerweg. Omstreeks het begin van onze jaartelling vestigden de Romeinen aan het begin van de oude Voorburgse Heerweg de marktplaats Forum Hadriani, die al snel uitgroeide tot ‘de hoofdstad der Cananefaten’. Wellicht kwam keizer Hadrianus die omstreeks 123 na Christus met zijn soldaten deze marktplaats bezocht over de Voorburgse Heerweg aangereden. In ieder geval staat Forum Hadriani aangegeven op een oude Romeinse routekaart die bewaard bleef en nu de oudste kaart van Europa is. De oudste kaart waarop de Herenstraat duidelijk staat ingetekend dateert van 1522 en wordt uiteraard tijdens de lezing getoond. Ook de latere kaarten komen aan de orde, waarop is te zien hoe de bebouwing steeds meer veranderde van losse boerderijgebouwen in naast elkaar staande eenvoudige maar ook deftige herenhuizen. Een huis dat stond bij de hoek van de Herenstraat en de Kerkstraat komt de eer toe de oudst bewaard gebleven naam van een Voorburgs huis te dragen. Die naam werd genoteerd door de Voorburgse pastoor in het memorieboek van circa 1352 en het zal niemand verbazen dat die naam iets met het christelijk geloof heeft te maken. Diverse ansichtkaarten van de Herenstraat en de Kerkstraat laten mooie gevels zien met vaak fraaie uithangborden, maar ook vroegere bewoners, passanten, bakkersjongens, slagersknechten, kinderwagens, oude auto’s en andere curiosa. Met enkele voorbeelden wordt getoond dat moderne gevelreclames de historische allure van deze winkelstraten kunnen aantasten maar ook kunnen versterken. Tussendoor worden enkele spraakmakende geschiedenissen vertelt, waaronder een achtervolging in de Kerkstraat, een moord in de Herenstraat, en een liefdesgeschiedenis met een verrassende afloop. Dat een ondergedoken Spinoza ooit door de Kerkstraat en Herenstraat liep, is bij de meesten wel bekend, maar dat de jeugdige Christiaan Huygens Latijn leerde met behulp van de winkeletalages in de Voorburgse Herenstraat zal voor sommigen wellicht een verrassing zijn.
* Lezing: Canon van de geschiedenis van Leidschendam-Voorburg
Deze lezing voert de toeschouwer langs 2000 jaar geschiedenis van Leidschendam-Voorburg: twee dorpen die ontstonden op een smalle duinrug, met verhalen over het Romeinse Forum Hadriani en de sage over koning Ezelsoor, via een sage over een argeloos prinsesje dat werd ontvoerd in het Schakenbos. De 80-jarige oorlog heeft zijn sporen nagelaten met de verhalen over de Spaanse schansen bij Veur. Vervolgens loopt de canon langs vredige boerderijen aan de Broeksloot en de nog steeds bestaande molens in de Stompwijkse polders.
Bijzondere buitenplaatsbewoners waaronder de poëtische Constantijn en de vindingrijke Christiaan Huygens worden getoond, evenals koninklijke inwoners waaronder prinses Marianne en haar turbulente leven. De Vliet en de trekschuit spelen eeuwenlang een centrale rol in deze regio. Op enkele gerenommeerde buitenplaatsen werden later kostscholen voor gegoede jongelui gevestigd, maar dat er op diverse buitens bedrijfsactiviteiten ontstonden, zoals wasserijen en een parfumfabriek, is minder bekend. De vele tuinbouwbedrijven hadden veel baat bij de veiling aan het Hofpleinspoor. Het agrarische karakter van Leidschendam-Voorburg verdween in de 20ste eeuw steeds meer door de sterke bevolkingsgroei en de daarmee gepaard gaande woningbouw.
* Lezing: Diergaarde Oude Loo te Voorburg
In 1748 kocht stadhouder Willem IV, dichtbij zijn Haagse Huis ten Bosch, het kasteeltje De Groote Loo te Voorburg. Willem liet dit buiten verfraaien met tuinen, doolhoven en vijvers en begon al snel met de aanleg van een ‘faisanterie’ vol fazanten en andere fraai gekleurde vogels. Hieruit ontstond al spoedig een van de oudste dierentuinen in Europa. Na de dood van Willem IV in 1751 breidde zijn weduwe, Prinses Anna van Hannover, de dierentuin voortdurend uit, tot Willem V, ook in 1748 geboren, zelf oud genoeg was om de dierentuin te beheren. Onder Willem V groeide de diergaarde uit tot een internationaal befaamde ‘menagerie’, met exotische dieren, die meestal voor het eerst in Europa waren te zien. De diergaarde werd zo omvangrijk dat in 1771 Arnout Vosmaer, een ‘befaamd kenner van het dierenrijk’, als directeur werd aangesteld. Deze Vosmaer noteerde over ‘de zeldzame schepselen’ in de dierentuin veel bijzonderheden, die hij eind 18de eeuw publiceerde in 31 losse afleveringen. In deze boekjes werden de dieren ook afgebeeld door bekende kunstenaars als Aert Schouman. Tijdens de lezing zullen diverse van deze, vaak kleurrijke afbeeldingen worden getoond. Vrijwel alle dieren kreeg Willem V ten geschenke. Veelal kwamen ze naar De Voorburgse Loo met schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie.
Zo kreeg hij in de loop der jaren een Oost-Indische krokodillendoder, een Afrikaans mormeldier, een Bengaalse luiaard, een Amerikaanse bosduivel en vele andere roofdieren, apen, herten en exotische vogels. Veel opzien baarden de twee olifanten, die regelmatig een kort wandeltochtje door Voorburg mochten maken. Tijdens de lezing zullen veel anekdotes over de dieren ter sprake komen. Zo is bekend dat in 1776 een orang-oetang uit de diergaarde ontsnapte. Zij vierde haar kortstondige vrijheid met het leegdrinken van een fles malagawijn die zij had weten te bemachtigen. Opmerkelijk is ook de correspondentie van Vosmaer met Anthonetta van Schuilenburg, een adellijke dame die op haar Voorburgse buiten Noordervliet eveneens een menagerie had.
* Lezing: Voorburgse buitenplaatsen en hun merkwaardige bewoners
Dat er aan de Vliet en aan de Broeksloot te Voorburg zoveel buitenplaatsen ontstonden heeft een aantal redenen. Diverse buitens ontstonden uit een kasteel, andere buitens uit boerderijen, een enkele werd als buitenplaats gebouwd. Diverse buitens en hun vaak merkwaardige bewoners komen ter sprake, waaronder De Binckhorst (vroeger deel van Voorburg), De Werve, De Loo, Leeuwensteyn, Rusthof, Noordervliet, Vreugd en Rust, Hofwijck, In de Wereldt is veel Gevaer en Zuiderburch. In de loop der tijd kregen diverse buitenplaatsen een economisch functie, zoals kostschool, parfumfabriek, wasserij of geneeskundig insttituut. Opvallend veel bewoners schreven gedichten, veelal met een weemoedige toon, anderen hadden curieuze verzamelhobbies als skeletten van een siamese tweelingen en andere spelingen der natuur, het hoofd van een stamhoofd op sterk water en soortgelijke griezelige objecten. De fraaie tuinen met soms exotische bomen en vruchten vroeg om deskundige tuinlieden, een deskundigheid waar de omvangrijke tuinbouw in Voorburg en Leidschendam later zeker nog van heeft geprofiteerd.