• 21 augustus 2015
  • 0 comments

In verzamelbundels

9 jaar ago

Hieronder een overzicht van artikelen die ik de afgelopen jaren publiceerde in historische en andere verzamelbundels:

*Vorstelijk in je eentje

Als je op Google het woord alleenstaande intikt, kom je in negen van de tien gevallen uit op een datingsite, die suggereert dat je in het leven eigenlijk alleen maar meetelt als je gehuwd bent, samenwoont of op zijn minst een relatie hebt.

Enkele 19-de eeuwse opvattingen over het huwelijk. Gravure, 1825. Collectie auteur

Enkele 19-de eeuwse opvattingen over het huwelijk. Gravure, 1825. Collectie auteur

Gezinsfanaten en politici proberen vaak alleenstaanden in een hokje te duwen met op de deur een groot stempel: egoïst, geen zorgrelaties en geen verantwoordelijkheidsgevoel. Gemakshalve wordt dan maar even over het hoofd gezien dat veel alleenstaanden veel tijd stoppen in vrijwilligerswerk en in aandacht en zorg voor vrienden en bekenden. Evenals een gezin hebben zij evengoed ‘zorgrelaties’; alleen zijn deze ruimer en niet zo beperkt tot vooral gezinsleden. Het woord alleenstaand is dan ook volstrekt onjuist. Je hebt een eenpersoonshuishouden, maar vrijwel niemand in onze samenleving is een alleenstaande kluizenaar. Voor eenpersoonshuishoudens is er alle aanleiding om wèl trots te zijn. Het is sowieso een hele prestatie dat je er in slaagt om een huishouden in je eentje te bestieren en in onze maatschappij te functioneren, uiteraard met vrienden en bekenden. Daarbij komt dat je je in goed gezelschap bevindt. De geschiedenis kent vele voorbeelden van zogenaamde alleenstaanden die veel hebben betekend voor de samenleving en voor de leefbaarheid van de aarde. Albert Schweitzer, Isaac Newton en Baruch de Spinoza zijn willekeurige voorbeelden van befaamde alleenstaanden. Ter gelegenheid van 25 jaar CISA (Centrum Individu en Samenleving) vertelt ‘vorstelijk in je eentje’ over een van de belangrijkste alleenstaanden die de wereld heeft gekend: Christiaan Huygens. Deze zeventiende-eeuwse geleerde heeft door zijn uitvindingen een grote bijdrage geleverd aan technische mogelijkheden die de wereld van nu ingrijpend hebben beïnvloed. Enigszins komisch waren de pogingen van de familie om hem van zijn alleenstaande-status af te helpen. Ook toen heerste de misvatting dat het huwelijk onmisbaar zou zijn voor een zinvol leven. Sporadisch vinden we in de geschiedenis voorbeelden van andere geluiden over het huwelijk en ongehuwd blijven. Ter illustratie volgt van beide een voorbeeld, voorafgaand aan het verhaal over Christiaan Huygens.

Auteur: Kees van der Leer
Gepubliceerd in: De Sociale Familie (CISA, 2013), p. 10 – 32. Dit boek is verkrijgbaar bij CISA, Den Haag (www.cisasite.nl).


* De tuinen van Meerdervoort. Van ridderlijke hofstede tot luisterrijke buitenplaats

Johan Diederik Pompe van Meerdervoort met echtgenote en oudste dochter voor hun buitenplaats Meerdervoort. Schilderij N. Verkolje, 1724. Collectie Dordrechts Museum

Johan Diederik Pompe van Meerdervoort met echtgenote en oudste dochter voor hun buitenplaats Meerdervoort. Schilderij N. Verkolje, 1724. Collectie Dordrechts Museum

Onder aan de dijk rond de Zwijndrechtse Waard, bij binnenkomst van De Lindt, ligt vrijwel onopgemerkt een klein eilandje. Een stenen brug uit 1918 geeft toegang tot dit ogenschijn­lijk vergeten plekje, waar hooguit nog enkele bomen treurend dromen van een ver vervlogen verleden. Verder verraadt niets dat dit de plek is in de Zwijndrechtse Waard waar vanaf 1331 eeuwenlang de ‘Edele Hofstede Meerdervoort’ heeft gelegen, een versterkt ridderslot, omgeven door grachten met ophaalbrug.

Toegangspoort Huis te Meerdervoort. Aquarel A. Schouman, 1741. Collectie Stadsarchief Dordrecht

Toegangspoort Huis te Meerdervoort. Aquarel A. Schouman, 1741. Collectie Stadsarchief Dordrecht

Over dat kasteel gaat dit verhaal, over zijn bewoners en over de mooiste periode uit zijn bestaan toen het in de 17de eeuw van middeleeuws ridder­slot een fraaie buiten­plaats werd met schitte­rende stijltuinen. Iets verderop, richting Develpark, ligt nog zo’n eilandje, ook welhaast verscholen. Ook hier taal noch teken van het mooie kasteel – Develstein geheten – dat hier eertijds stond. En uit niets blijkt dat juist in die 17de eeuw bewoners van dit kasteel Develstein erg belangrijk zijn geweest voor het ver­loop van de geschiedenis van kasteel Meerdervoort. Ook daar­over gaat dit verhaal. En zo begint een tocht door meer dan vijf eeuwen geschiedenis van de adellijke Hofstede. Deftige bewoners, behorend tot de families Pompe en Van Beveren, komen een voor een even terug uit de historie dank zij hun levenstekens, achtergelaten in oude boeken en archiefstukken. Soms is alleen hun naam overge­leverd, of enkele notities. Maar soms bleef een afbeelding bewaard en dan zien we hen ook een kort moment in levende lijve.

Auteur: Kees van der Leer
Gepubliceerd in: Zwijndrechtse Wetenswaardigheden I (HVZ, 1994), p. 41 – 96. Dit boek is uitverkocht.


* Nederhoven, een lusthof voor houtkopers en regenten

Mathijs Pompe van Slingeland, eigenaar Nederhoven, met tweede echtgenote Elisabeth Musch en dochter. Schilderij J. Mytens, 1655. Collectie Museum Stockholm

Mathijs Pompe van Slingeland, eigenaar Nederhoven, met tweede echtgenote Elisabeth Musch en dochter. Schilderij J. Mytens, 1655. Collectie Museum Stockholm

Neder­hoven lag op loopaf­stand naast Meer­dervoort, een van de meest impo­neren­de buitenplaat­sen van de Zwijn­drechtse Waard. Evenals Meerder­voort had Nederhoven een kasteeltorentje en natuur­lijk was er ook een mooie tuin, al was die eenvou­di­ger en minder groots dan die van Meerder­voort. Maar Nederhoven is veel myste­rieuzer dan Meerdervoort, simpelweg omdat er van Nederhoven veel minder is terug te vinden. Veel ar­chief­stukken zijn verdwenen en de schaarse afbeeldingen van het Huis zijn vaag en weinig gede­tailleerd. Enkele unieke documen­ten die deson­danks werden gevonden, vormden be­lang­rijke lichtpunt­jes in het duistere verleden en leidden uitein­delijk naar de namen van de bewo­ners. Over die bewoners zelf zijn de oude ge­schriften geluk­kig minder zwijg­zaam, maar dat waren dan ook voorname fami­lies. Zo ontstond toch nog een goed beeld van de boeien­de bewo­nings­ge­schie­denis van het Huis. Opmerke­lijk is daarbij dat Neder­ho­ven van dicht­bij de gevol­gen be­merkte van be­lang­rijke econo­mische verande­ringen die zich in de loop der ge­schiede­nis in de omgeving voordeden. Werd Neder­hoven aanvan­kelijk bewoond door vooraan­staande Dordtse fami­lies, later kwamen de Rotter­damse regen­ten, een­voudig omdat de rijkdom en de wel­vaart zich hadden verplaatst van Dordt naar Rotterdam. Maar daar ging eerst een hele geschiedenis aan vooraf, die chronologisch wordt beschreven.

Stenen ornament uit het Huis Nederhoven. Collectie Gerrit Vermeer

Stenen ornament uit het Huis Nederhoven. Collectie Gerrit Vermeer

Intussen is Nederho­ven allang verdwe­nen. Het werd afgebro­ken in 1738, tot woede van een enkele tijdge­noot die zijn boosheid niet onder stoelen of banken stak. Ook het pad richting Devel ver­dween, diep onder het zand van een nieuwe industrie­wijk. Dat ge­beurde eigen­lijk nog maar kort gele­den en daar treurde niemand openlijk om. Blijk­baar was de historische beteke­nis van het pad allang vergeten. Maar de dijk en de Devel bleven, en de eeuwen­oude plek in de Lindt met de linde­boom die ooit bij de buitenplaats behoorde, schuin tegen­over de klooster­heuvel. Het is een laat­ste herinnering in het Zwijn­drechtse land­schap aan het myste­rieuze huis Nederho­ven dat via het pad rechtstreeks met de boom in verbinding stond.

Auteur: Kees van der Leer
Gepubliceerd in: Zwijndrechtse Wetenswaardigheden II (HVZ, 1998), p. 111 – 184.


* Develstein en zijn bewoners

De voorgevel van Develstein, in 1741 getekend door eigenaar-bewoner Adam van Broeckhuijsen. Particuliere collectie

De voorgevel van Develstein, in 1741 getekend door eigenaar-bewoner Adam van Broeckhuijsen. Particuliere collectie

In 1856 publiceerde novellenschrijver Cornelis van Erlach van der Bilt la Motte in de verhalenbundel ‘Holland’ zijn vertelling over ‘De laatste jonkvrouw van den Develstein’. Deze jonkvrouw, Johanna Maria Elisabeth Snellen, had in 1794 groot opzien gebaard door als bijna 70-jarige in het huwelijk te treden met de 40 jaren jongere Florentius, graaf van Dam. In zijn verhaal onthulde de schrijver het goed bewaarde familiegeheim dat verklaarde waarom de bejaarde bruid haar jawoord gaf aan de jeugdige graaf. Kort voordat hij zijn novelle schreef, had de schrijver de plek bezocht dichtbij De Lindt, waar in vroeger tijden Develstein zich verhief in het vlakke veld.

Fragment kraakporcelein gevonden bij uitbaggeren gracht Develstein. Collectie Kees van der Leer

Fragment kraakporcelein gevonden bij uitbaggeren gracht Develstein. Collectie Kees van der Leer

Op de weg ernaar toe had hij gedacht aan al die belangrijke Dordtse eigenaren, die eertijds op het slot ontspanning hadden gezocht. Zij hadden van Develstein een kunstpaleisje gemaakt, waar de Muzen huisgodinnen waren, en schilders, dichters en musici kind aan huis. Van Develstein was echter geen spoor meer te bekennen, zelfs geen muurbrok of steenhoop. Waar eens de hechte fundamenten lagen werden ‘de goudgele korenhalmen door de luwe zomerwind op haar stengels gewiegeld (…)’.

Bijna vijf eeuwen lang stond kasteel Develstein langs de Devel in de Zwijndrechtse Waard. In 1332 was het door een vertrouweling van de Hollandse graaf gebouwd als een weerbaar kasteel op een omgracht eilandje. Kort na de verwoesting in 1572 door de Spanjaarden werd het door een Dordtse regentenfamilie herbouwd tot een luisterrijke buitenplaats in een arcadische omgeving. Vanaf dat moment werd het een van de meest afgebeelde huizen in de Zwijndrechtse Waard. Zijn idyllische ligging aan de Devel, zijn trotse woontorens met blauwgrijze daken en sierlijke vaantjes, zijn gevels met glas-in-loodramen en nissen met geschilderde godinnen, vormden eeuwenlang een rijke bron van inspiratie voor schilders, tekenaars, dichters en verhalenvertellers.

De winterse nadagen van Develstein. Schilderij A.J. Offermans, begin negentiende eeuw. Particuliere collectie

De winterse nadagen van Develstein. Schilderij A.J. Offermans, begin negentiende eeuw. Particuliere collectie

Eind achttiende eeuw raakte Develstein door verwaarlozing in een vervallen staat, waarna omstreeks 1824 de muurresten volledig werden afgebroken. Alleen de boerderij naast het eilandje bleef staan, totdat deze in 1969 eveneens werd gesloopt. Momenteel is het kasteeleilandje in gebruik als pauzeplek voor leerlingen van het ernaast gelegen DevelsteinCollege. Er worden plannen ontwikkeld om de historische betekenis van het eilandje beter zichtbaar te maken.

In het verhaal staat de geschiedenis van het kasteel en de daarbij behorende boerderij centraal, met uiteraard een hoofdrol voor de bewoners. Bij de speurtocht naar wetenswaardigheden over deze bewoners kwamen in familieverzamelingen en archieven diverse onbekende documenten, manuscripten, verhalen en afbeeldingen tevoorschijn. Daarbij bevatte met name een onbekend manuscript en een vrijwel vergeten dagboek van Adam van Broeckhuijsen, een achttiende-eeuwse eigenaar van Develstein, enkele verrassende gegevens over het kasteel. Het verhaal is zo veel mogelijk chronologisch ingedeeld naar eigenaren en bewoners.

Auteur: Kees van der Leer
Gepubliceerd in: Zwijndrechtse Wetenswaardigheden III (HVZ, 2007), p. 91 – 172.


* Gedrieën alleen voor het geluk geboren. Een opmerkelijke leefvorm in de 18e eeuw op de buitenplaats Meerdervoort

De drie zusters Pompe van Meerdervoort op de buitenplaats. Schilderij A. Schouman, 1736. Particuliere collectie

De drie zusters Pompe van Meerdervoort op de buitenplaats. Schilderij A. Schouman, 1736. Particuliere collectie

Hoogtepunt in de geschiedenis van de buitenplaats Meerdervoort was ongetwijfeld de schitterende Franse stijltuin, aangelegd in het begin van de achttiende eeuw toen het middel­eeuw­se ridder­slot een fraaie buiten­plaats werd. Een buitenplaats die met Huis en tuin de welvarende status en de grandeur moest gaan weerspiegelen van de toenmalige bewoner, de invloed­rijke Johan Diederik Pompe van Meerder­voort. Daartoe had hij omstreeks 1723 het oude kasteel laten afbreken en laten vervangen door een nieuw Huis dat meer voldeed aan zijn wensen. In deze periode speelt zich op die buitenplaats een uitzonder­lijke geschiede­nis af. Een geschiede­nis, die eeuwenlang verborgen bleef achter twee schilde­rijen uit die tijd en die vastgelegd bleek in een testament met een onver­wachte wending. Dat testament had vergaande gevolgen voor de leefvorm van de drie dochters van Johan Diederik. Dat werd namelijk een leefvorm die haaks stond op wat in die tijd (en zelfs nu nog) als ideaal werd verheer­lijkt: het huwe­lijk. Hierover schreef vader Johan Diederik in zijn testament ‘dat de faciliteyten van het huwelijk seer wisselvallig zijn’ zodat hij als vader ‘die syne kinderen teder bemint’ aanraadde ‘met onderlinge vriendtschap en enigheydt’ bij elkaar te blijven en deze drie-eenheid niet door een huwelijk te verbreken.

Auteur: Kees van der Leer
Gepubliceerd in: Alleenstaanden. Leven en werken door de geschiedeins heen (SDU, 1995), p. 57 – 68.


* Zandvliet, een buitenplaats met onderwijstraditie

De oude villa Zandvliet aan de Bezuidenhoutseweg te Den Haag, 1927. Collectie Archief Zandvlietcollege

De oude villa Zandvliet aan de Bezuidenhoutseweg te Den Haag, 1927. Collectie Archief Zandvlietcollege

Aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag staat Het Zandvlietcollege, een gebouw dat modern oogt, maar achter de vlakke gevel van grijswitte natuursteen een oude historie herbergt. Links ervan staat het Ministerie van Economische Zaken, op grond die ooit bij Zandvliet hoorde. In het jaar 2000 bestond dit Zandvlietcollege 75 jaar. Dat was een mooie aanleiding om op zoek te gaan naar de oorsprong van de naam die ogenschijnlijk was ontleend aan de oude villa aan de Haagse Bezuidenhoutseweg, waarin de school vanaf 1925 was gehuisvest. Het leek er echter sterk op dat de naam oorspronkelijk van elders kwam. Dit vermoeden werd versterkt door een oud boek uit 1732 dat ik jaren geleden had gekocht. Het bevatte Rijnlands fraaiste gezichten van lustplaatsen en herenhuizen, afgebeeld door Abraham Rademaker.

Santvliet te Lisse. Gravure A. Rademaker, 1732. Collectie auteur

Santvliet te Lisse. Gravure A. Rademaker, 1732. Collectie auteur

Op een van de gravures stond een deftig huis met een fraai hek en een statige oprijlaan. Er onder stond geschreven ‘Santvliet, toebehorende Mevrouwe van Warmenhuysen’. Nader onderzoek leerde dat de vrouwe van Warmenhuysen in die tijd ene Adriana Constantia Sohier de Vermandois was, de eigenaresse van het buiten Santvliet te Lisse. Mooi zo’n familienaam die perfect paste bij zo’n deftig huis. Steeds sterker drong zich de vraag op of er een verband bestond tussen het Haagse Zandvliet en huize Santvliet te Lisse. De befaamde historiekenner van Lisse, A.M. Hulkenberg, schreef dat de naamsovereenkomst wonderlijk genoeg, zuiver toeval was. Maar een nadere motivering daarvoor ontbrak, dus erg overtuigend klonk dit niet. Over het Haagse Zandvliet had ik al veel gegevens verzameld uit archieven en andere bronnen. Op soortgelijke wijze ging ik mij rond de eeuwwisseling verdiepen in de geschiedenis van het Lissese Santvliet. Tijdens de zoektocht passeerden intrigerende bewoners en diverse merkwaardigheden de revue. Ook de befaamde Hortus Medicus die professor Schwencke aanlegde op de plek van het latere Zandvliet komt ter sprake. Aan het eind wordt beschreven hoe de naam Zandvliet vanuit Lisse naar Den Haag kwam.

Auteur: Kees van der Leer
Gepubliceerd in: Van villa Zandvliet tot Zandvliet studiehuis. 75-jaar Christelijke Scholengemeenschap Zandvliet in Den Haag (Den Haag, 2000), p. 5 – 34.

top